Door Willem van der Deijl-Kloeg (Tilburg University)
Door Dick Timmer (Technische Universiteit Dortmund)
Ook deze zomer pakken honderdduizenden Nederlanders het vliegtuig. De belangrijkste reden: ontspanning. Na twee jaar corona en crisis lonkt de zonnige zorgeloosheid in het buitenland.
Ontspanning gunnen wij iedereen van harte. Maar gedachteloos het vliegtuig instappen, is niet meer van deze tijd. Eén langeafstandsvlucht kost gemiddeld 1,9 ton CO2-uitstoot per passagier. En het Klimaatakkoord van Parijs zegt dat in 2030 de norm voor CO2-uitstoot 2 tot 2,5 ton per persoon per jaar moet zijn.
Om dit in perspectief te plaatsen: de gemiddelde CO2-uitstoot per persoon per jaar in Nederland ligt momenteel boven de 9 ton. Wie de wereld om zich heen en de generaties van de toekomst een warm hart toedraagt, kan daarom niet zorgeloos door de lucht reizen.
Dat betekent niet dat vliegvakanties geen waardevolle vakanties kunnen zijn. Door ver te reizen doen we nieuwe ervaringen op, leren we andere culturen kennen en verbreden we onze horizon. Het zijn vaak juist deze reizen die ons een leven lang bijblijven. Het is daarom niet verbazingwekkend dat verre reizen het meest voorkomende item op wensenlijstjes zijn. Er zijn, kortom, goede redenen om te reizen. En vooral voor verre reizen is het vliegtuig soms noodzakelijk.
Verantwoordelijkheid
Toch hebben alle reizigers twee belangrijke verantwoordelijkheden wanneer het gaat om hun vliegvakantie. Allereerst delen zij in de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid een duurzame wereld te realiseren. Dat kan voor het individu betekenen helemaal van vliegvakanties af te zien. Dat betekent soms de auto of trein nemen in plaats van het vliegtuig. En soms betekent dat een verre vakantiebestemming links laten liggen.
Wordt het een levensveranderende ervaring of een vakantie die net zo leuk zal zijn als een trein- of autovakantie?
Voor wie dit een stap te ver is: een reizigersaandeel in de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor een duurzame wereld zou tenminste moeten betekenen dat de reiziger al het mogelijke doet om de klimaatschade van een vlucht te compenseren. Daar zijn online handige rekentools voor te vinden. En als vuistregel geldt: als het te compenseren bedrag te laag lijkt te zijn om waar te zijn, dan is het dat waarschijnlijk ook.
De tweede verantwoordelijkheid van de reiziger is om te bedenken of een vliegvakantie wel écht iets toevoegt. Uiteindelijk is vrijwel altijd de reiziger zelf in de beste positie om na te gaan hoe waardevol zo’n vliegvakantie is. Wordt het een levensveranderende ervaring of een vakantie die net zo leuk zal zijn als een trein- of autovakantie? Niet iedereen wordt gelukkig van zo’n vliegreis. Reclamefolders geven een vertekend beeld. En is het zoveelste bezoek aan een zonovergoten eiland echt een manier om meer kennis en ervaring van andere culturen op te doen?
Dilemma
Dit roept natuurlijk een dilemma op. Iemand die wil vliegen, kan de voordelen van zo’n vlucht opzettelijk rooskleurig voorstellen. En daarom is dus die nadruk op persoonlijke verantwoordelijkheid belangrijk. Wie een vliegvakantie op ethische grond wil rechtvaardigen, kan niet zonder een sterke dosis zelfkritisch vermogen. Maar juist dat vermogen staat op de tocht wanneer vliegvakanties vanzelfsprekend zijn en de echte waarde ervan niet wordt bevraagd. Juist de reiziger zelf heeft dus een sleutelrol in het beantwoorden van de vraag of een vliegvakantie waardevol is.
Een vliegvakantie vraagt om een sterke dosis zelfkritisch vermogen
Bovendien is iedere vliegvakantie een gemiste kans om onze horizon te verbreden. Totdat emissievrije luchtvaart mogelijk is, vraagt een duurzame toekomst een verandering in hoe wij onze vrije tijd besteden. Wie het vliegtuig laat staan, kan onderdeel zijn van die toekomst door ontspanning en geluk te realiseren op een manier die een lagere of zelfs geen enkele klimaatimpact heeft. Die creativiteit en verbeelding zijn een belangrijk individueel wapen tegen klimaatverandering.
Deze twee verantwoordelijkheden gaan iedere reiziger aan. En vooral wie regelmatig vliegt, zal in de praktijk veel moeite moeten doen om het argument van de grond te krijgen dat die nieuwe vliegvakantie waardevol is. Net als alcohol en ijs zijn vliegvakanties onderhevig aan de wet van het afnemend grensnut: hoe meer je ervan hebt, hoe minder iets extra’s er dan nog wat aan toevoegt.
Dus beste reiziger, trek erop uit. Ontdek, geniet, en ontspan. Maar laat, als het even kan, het vliegtuig staan. Er zijn al genoeg zorgen in de wereld. Laten we tijdens onze vakantie het klimaatprobleem niet groter maken dan het al is.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen in het Nederlands Dagblad.
Een oproep om minder te vliegen zal weinig uithalen. In een door neoliberale industriele en politieke opvoeders gedomineerde maatschappij, zijn de prijsstelling en behoefteontwikkeling de belangrijkste invloeden. Niet de persoonlijke maatschappelijke calculatie. Daarom dient de behoefte om te vliegen te worden ontmoedigd en beperkt, en het fossiele aanbod snel en drastisch te worden beperkt. Net als bij auto’s, industrie, de agrarische sector en de consumptie. Een hoge klimaatbelasting op fossiel, belastingverlaging op duurzaamheid, en de demonisering van het vliegen zullen helpen, alsmede het beperken van lange fossiele afstandsreizen tot alleen noodzakelijke vluchten voor personen en goederen. (10%). Breidt treininfrastructuur drastisch uit, en ontwikkel duurzame vervoerssystemen. We moeten nu snel en drastisch grote fossiele stappen terug doen. De pijn hadden we kunnen vermijden door decennia geleden te luisteren naar verstandige mensen.
Nederlanders vinden dat er minder gevlogen moet worden.
zie:
https://www.citisens.nl/panel/vliegen-er-zijn-voldoende-alternatieven-vinden-de-nederlanders/