Door Donovan van der Haak (Tilburg University)
Door Bas Keemink (Tilburg University)
Nederland is geen religieus land meer. Een recent rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) laat zien dat Nederlanders die zich als niet religieus identificeren voor het eerst in de meerderheid zijn. Deze secularisatie heeft verschillende positieve gevolgen. Zo kan ze ons bevrijden van religieuze dogma’s en ons openstellen voor een variëteit aan ideeën en perspectieven. Aan de andere kant brengt deze ontwikkeling uitdagingen met zich mee. In hetzelfde rapport staat dat de secularisatie zorgt voor een hoge druk op individuen om zelf hun leven betekenis te geven.
Friedrich Nietzsche voorzag de gevolgen van secularisatie al in de negentiende eeuw toen hij de bekende woorden opschreef: “God is dood”. Hij vond dit gegeven in eerste instantie beangstigend, en zag het als de wortel van het nihilisme, het idee dat er niets van absolute betekenis bestaat in het leven. Desalniettemin dacht hij, net als andere existentialisten zoals Jean-Paul Sartre, dat de mens een leven zonder God aan zou kunnen door zelf betekenis aan het leven te geven.
Het existentialisme van Sartre en Nietzsche heeft ons echter niet de betekenisvolle levens gegeven waar we op gehoopt hadden. De existentialisten, zo willen wij betogen, hebben de capaciteiten van het individu om zelf betekenis te creëren overschat. Daarom moeten we op zoek naar een andere filosofie, een die de mens niet enkel als individu beziet, maar ook als onderdeel van een gemeenschap die het individu helpt bij de zoektocht naar een betekenisvol leven.
Nietzsche, Sartre en de dood van God
Voor Nietzsche betekende de dood van God niet enkel het verlies van het Christelijke geloof, maar in bredere zin het verlies van de gehele bovenzintuiglijke spiritualiteit waaruit de filosofie traditioneel hoge morele waarden en betekenis putte. Nietzsche beschouwde de mens echter als een moedig dier dat de zinloosheid van het leven kon aanvaarden. Hij ging ervan uit dat de mens – of in ieder geval een selecte groep mensen die hij ‘Übermenschen’ noemde – in staat zou zijn zelf betekenis te geven aan het leven. Met andere woorden, na de dood van God kon de mens de plaats van God zelf innemen. Nietzsche zag dit als een grote, maar niet onmogelijke uitdaging.
De secularisatie zorgt voor een hoge druk op individuen om zelf betekenis te geven aan hun leven
Een veelgehoorde – maar onterechte – kritiek op Nietzsche is dat hij te pessimistisch is; dat hij het leven als hopeloos voorstelt. Jean-Paul Sartre borduurde na de Tweede Wereldoorlog voort op het werk van Nietzsche en probeerde het argument dat existentialisme te pessimistisch is, te weerleggen. Het existentialisme is, volgens Sartre, juist optimistisch aangezien het ervan uitgaat dat ons bestaan voorafgaat aan onze essentie. Oftewel, een persoon komt eerst op de wereld en heeft daarna de vrijheid om zijn of haar eigen essentie te bepalen. Dit idee staat in contrast met de christelijke aanname dat de essentie van een individu bepaald is voor hij of zij op de wereld komt. Volgens Sartre had de mens niet de hoop van religie nodig, maar enkel de werkelijkheid. Hij zag de dood van God dan ook juist als een enorme kans om eindelijk, los van religieuze dogma’s, het individu de vrijheid te geven om zelf te bouwen aan een zinvol leven.
Hebben we er nog wel zin in?
Als we het rapport van het SCP lezen, dan lijkt het er echter op dat de lessen van Sartre en Nietzsche er niet voor hebben kunnen zorgen dat wij, in ons geseculariseerde en geïndividualiseerde land, veel betekenis in ons leven ervaren. De meeste Nederlandse atheïsten en agnosten zijn er inmiddels van overtuigd dat het leven zelf onomstotelijk betekenisloos is.
We geloven inmiddels niet meer dat het leven zin heeft. Wel hebben we nog zin in het leven. Door onszelf te ontwikkelen, mee te gaan in de sleur van alledag, en ‘gewoon lekker bezig te zijn’ proberen we zelf alsnog op allerlei manieren betekenis aan het leven te geven. Daarmee lijkt onze nuchtere kijk op ons betekenisloze bestaan zo problematisch nog niet.
Na de dood van God kon de mens de plaats van God zelf innemen
Het ‘lekker bezig zijn’ van de agnosten en atheïsten geeft hun echter niet dezelfde ervaring als gelovigen: het SCP-rapport laat zien dat zij op verscheidene dimensies beduidend minder zingeving ervaren. Wellicht komt dat doordat deze groep de filosofie van Nietzsche en Sartre simpelweg niet goed genoeg toepast. Dit neemt echter niet weg dat mensen, zoals het rapport laat zien, ook een steeds grotere mentale druk voelen om zelf zin te geven aan het leven. Wellicht verklaart dat het grote aantal Jordan Peterson-discipelen van vandaag de dag – maar we kunnen ons afvragen hoe blij we moeten zijn met deze vervanging van onze kerkgangers.
Als individualisten kunnen we niet ontkennen dat ook wij graag een onderdeel willen zijn van een groter geheel. Maar ongeacht deze behoefte zijn wij ons als individualistische groepsdieren voornamelijk eenzamer gaan voelen. Wat nu?
Zingeving in een goddeloos land
Voor degenen die zich niet kunnen vinden in het individualisme, noch in religie, is er een derde optie: het communitarisme, een seculiere denkstroming die zich afzet tegen het liberaal individualisme en gemeenschapswaarden vooropzet. Communitaristen stellen dat mensen hoe dan ook verlangen naar een vorm van gemeenschapszin en dat we daarom onze gemeenschappen moeten koesteren om eenzaamheid en betekenisloosheid te voorkomen. Gemeenschapszin gaat om een gevoel van saamhorigheid en de ervaring van betekenis die voortkomt uit het samenwerken met anderen om een groter maatschappelijk doel te dienen, zo nodig tegen persoonlijke offers. Voorbeelden van zulke gemeenschappen zijn buurtgemeenschappen, verenigingen of families.
We hebben dus een filosofische stroming gevonden die zonder religieuze bedoening toch onze behoefte aan gemeenschapszin kan stillen. Dat lijkt geen slecht alternatief. Toch is er ook kritiek. Voor het communitarisme is het gemeenschappelijke goed het allerbelangrijkst. Individuele vrijheden en zelfontplooiing kunnen dan ook worden ingeperkt als dat in het belang is van de gemeenschap.
Mensen verlangen hoe dan ook naar een vorm van gemeenschapszin
En dat vinden de meeste Nederlanders maar niks. Niet-gelovigen hebben weinig trek om zich te voegen naar autoriteiten en hun individuele vrijheden op te offeren voor het grotere goed. Wat ons betreft doen we er toch goed aan om te verkennen in hoeverre we die prijs niet gewoon zouden moeten betalen. Want onder het individualistische existentialisme van Sartre en Nietzsche zijn we er in ons goddeloze land tot nog toe niet in geslaagd om zelf voldoende betekenis te creëren.
Verder lezen
Nietzsche, Friedrich Wilhelm, 1887. De Vrolijke Wetenschap. Amsterdam: De Arbeiderspers.
Sartre, Jean-Paul, 1946. Existentialism Is a Humanism. London: Methuen Publishing.
Sandel, Michael, 1982. Liberalism and the Limits of Justice. Cambridge: Cambridge University Press.
Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie. |
Waardevolle bijdrage – maar ook dit kan weer in de het postmodernistische wereldbeeld van vandaag louter als een “wil tot macht” geïnterpreteerd worden.
Ik denk dat het wel een balm kan zijn voor onze vervreemde zielen.
Het geloof was en is nog steeds vooral ook een leerschool, zelfs letterlijk.
Niet (meer) gelovigen hebben geen andere leerschool als het leven zelf. Het onderwijs schiet te kort in levenslessen, ouders zijn vaak slecht in staat kinderen op te voeden en klaar te maken voor een verantwoordelijk en zelfstandig leven. De straat is een slechte leerschool.
De maatschappij verzuimt in te zien dat er iets in de plaats moet komen voor het wegvallen van de godsdienst als leerschool voor het leven.
Een beter alternatief.
Maar Nederland is de wereld niet. Vele miljarden mensen worden nog gevormd en gemanipuleerd door instituten van het geloof.