Door Josette Daemen (Universiteit Leiden)

Waarom ga jij elke dag naar je werk? Om geld te verdienen, natuurlijk. Iemand moet brood op de plank brengen, en die gasrekening is ook niet om te lachen (nou ja, hysterisch lachen onder een ijskoude ochtenddouche misschien). Maar hopelijk heb je ook nog een andere motivatie om ‘s morgens uit bed te komen. Dat je je baan leuk vindt, of jezelf wil ontwikkelen wellicht?

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Fout, vindt Rutger Bregman. In een recent stuk op de Correspondent spoort hij ons aan om ons werkzame leven in het teken te stellen van een hoger doel: de wereld een betere plek maken. In een tijd van adembenemende uitdagingen – pandemie, oorlog, armoede, honger, klimaat, je kent het wel – signaleert hij bij velen een gebrek aan ‘morele ambitie’: de wil om de wereld te verbeteren.

Generatie Z heeft volgens Bregman wel mooie idealen, maar in de praktijk komt er weinig van terecht

Specifiek ziet Bregman een tekort aan morele ambitie bij mensen die werkzaam zijn in één van de sin industries: tabakslobbyisten bijvoorbeeld, of boekhouders die rijken helpen om belasting te ontduiken. En bij mensen die genoegen nemen met een bullshit job: denk aan overbodige managers en nutteloze rapportentikkers.

Maar hij richt zijn kritiek ook op de tieners en twintigers van Generatie Z. Zij hebben volgens Bregman misschien wel mooie idealen – sociale rechtvaardigheid, duurzaam leven – maar in de praktijk komt er weinig terecht van het redden van de wereld, en zijn ze vooral bezig met het verwezenlijken van zichzelf. “Menigeen wil niet meer meedoen aan de kapitalistische rat race, en zoekt naar een baan die ook een passie moet zijn (het liefst in deeltijd)”, zo schrijft hij.

De schurken in de sin industries, de stumpers met de bullshit jobs, de passievolgende parttimers: volgens Bregman zouden ze er goed aan doen een voorbeeld te nemen aan filosoof William MacAskill. In plaats van te blijven hangen in eindeloos gepeins zoals veel andere filosofen, gaat MacAskill al op vroege leeftijd over tot actie om daadwerkelijk een verschil te maken in de wereld.

Met zijn effective altruism-beweging spoort hij mensen in rijke landen aan om zo veel mogelijk inkomen weg te geven aan zo effectief mogelijke goede doelen. Zelf doneert hij meer dan de helft van wat hij verdient. Het gospel van het effectief altruïsme, dat de mediagenieke MacAskill onlangs mocht komen prediken bij The Daily Show, is aantrekkelijk in zijn eenvoud. Als je de wereld wil verbeteren, doe dat dan op de meest effectieve manier.

Maar in plaats van in te zetten op systeemverandering, richten de effectief altruïsten de schijnwerper juist op de gevolgen van ons individuele handelen

Bijvoorbeeld door eerst zo veel mogelijk geld te verdienen (zeg, als bankier), en daar vervolgens een zo groot mogelijk deel van weg te geven (liefst tien procent of meer) aan een liefdadigheidsinstelling die daar tot slot zo veel mogelijk levens mee redt (waarschijnlijk iets met infectieziektebestrijding). Altruïstisch geaarde datanerds hebben al handig voor je berekend welke carrièrepaden de meeste impact genereren en welke goede doelen de meeste levens redden. Zo kun je honderd procent efficiënt deugen.

Ik heb heus wel sympathie voor Bregmans oproep om eens wat meer na te denken over de impact van onze baankeuze. Ook ik erger me aan het opportunisme van lieden die kiezen voor een moreel dubieus carrièrepad, en aan de verwende lethargie van mensen die hun loopbaan volledig in het teken stellen van hun eigen navelstaarderij. Maar in het effectief altruïsme waardoor Bregman zich laat inspireren, zie ik geen heil.

Voor effectief altruïsten is de cruciale vraag niet hoe ze goed kunnen doen voor anderen, maar hoe ze zo veel mogelijk goed kunnen doen voor anderen. Om die vraag te beantwoorden, pakken ze de rekenmachine ter hand. Welke studie, welke baan, welk goed doel levert het grootste nut op voor de mensheid als geheel? Of, in het consultantsvocabulaire dat de beweging kenmerkt: hoe kun je de ‘80.000 uren’ die je hebt in één fulltime werkend leven zo ‘effectief’ mogelijk inzetten zonder ook maar een snippertje talent te ‘verspillen’? De wereld verbeteren als optimaliseringskwestie.

Ik vind het weinig inspirerend.

Sterker nog, ik vind het een beetje stompzinnig. Als de clusterfuck aan crises waar we momenteel voor staan iets duidelijk maakt, dan is het wel dat de tijd rijp is voor een grondige herziening van Het Systeem dat al die problemen gebaard heeft. Maar in plaats van in te zetten op systeemverandering, richten de effectief altruïsten de schijnwerper juist op de gevolgen van ons individuele handelen.

De ideeën van het effectief altruïsme gaan sowieso niet al te lekker samen met democratische idealen

In plaats van toe te juichen dat Gen Z zich afkeert van een economisch model dat henzelf en de planeet uitput, zegt de effectief altruïst: speel het spel nou maar gewoon mee, en maak daarna een smak geld over aan het malariafonds.

In plaats van overheden op te roepen om structureel iets te doen tegen de uitbuiting van mens en natuur, spreekt de effectief altruïst tot de rijken: schenk jullie miljarden anders aan een innovatief onderzoeksproject, hier hebben we een lijstje met studies die volgens onze berekeningen het grootste wereldverbeteringspotentieel hebben.

Hoe wenselijk is het überhaupt dat de rijken hun miljarden gaan gebruiken om, met de effective altruism-scorekaart in de hand, naar eigen smaak de wereld te verbeteren? Techmiljardairs als Marc Zuckerberg en Elon Musk lopen er wel warm voor. Noem mij ouderwets, maar ik heb liever een overheid die die jongens eens goed gaat belasten, om vervolgens op democratische wijze te bepalen hoe al dat geld het beste ingezet kan worden voor de gemeenschap.

En nu we het toch over de democratie hebben: op een fundamenteel niveau gaan de ideeën van het effectief altruïsme sowieso niet al te lekker samen met democratische idealen. Ik zou zelfs durven zeggen: als we het redden van de mensheid echt gaan benaderen als een kwestie van optimaliseren, met – zeg eens wat – maximalisatie van het totale aantal gezonde levensjaren van alle huidige en toekomstige aardbewoners als doel, dan kunnen we de liberale democratie wel opdoeken.

Want wat voor plek is er nog voor collectieve besluitvorming, als het doel al vaststaat? Om het juiste middel te bepalen, hebben we alleen nog een goede computer nodig. En wat doen we met individuele rechten, die mensen wel eens een grond zouden kunnen geven om zich te verzetten tegen de perfect gestroomlijnde utopie? Die heffen we op, in de naam van de wereldverbetering.

Misschien stel ik me aan. Hopelijk stel ik me aan. Maar laat ik Bregmans aanklacht tegen nietsnutten met een tekort aan morele ambitie toch aanvullen met een kleine waarschuwing voor effectief altruïsten met een overschot daaraan.

Portret door Laura Y

Verder lezen

William MacAskill, What We Owe the Future. Basic Books, 2022.

Lisa Herzog, Can ‘effective altruism’ really change the world? Open Democracy, 2016.

Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend