Door Bas Keemink (Tilburg University)

Protesterende boeren en Extinction Rebellion (XR) verzetten zich beide al een aantal jaar actief tegen de overheid, maar vertegenwoordigen een tegenovergestelde boodschap. De boeren verzetten zich tegen het stikstofbeleid. XR dringt juist aan om bevuilende industrieën strenger aan te pakken en verschillende soorten uitstoot terug te dringen.

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

Beide groepen vallen op door de heftigheid van hun protesten. Traditioneel worden grote protesten door de overheid naar het malieveld verwezen, maar hier nemen de boeren en XR allang geen genoegen meer mee. De boeren en XR negeren opzettelijk wetten en bevelen van de overheid om hun punt te maken.

Hiermee zijn het beide voorbeelden van burgerlijke ongehoorzaamheid, een middel om met een kleine groep verandering in wetten of overheidsbeleid teweeg te brengen. Hoe kunnen we bepalen of burgerlijke ongehoorzaamheid moreel te rechtvaardigen is?

Hannah Arendt en burgerlijke ongehoorzaamheid

In de jaren 70 schreven filosofen als John Rawls en Hannah Arendt uitgebreid over burgerlijke ongehoorzaamheid, onder andere vanwege de successen van de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Arendt geeft twee eisen waaraan burgerlijke ongehoorzaamheid moet voldoen om het te kunnen rechtvaardigen.

Ten eerste moet burgerlijke ongehoorzaamheid openbaar vanuit een groep worden uitgevoerd. Openbare acties zijn nodig om daadwerkelijk anderen te overtuigen. Daarnaast zijn individuele protestacties, gebaseerd op de mening van een individu, volgens Arendt te subjectief.

De snelwegblokkades versterken nauwelijks de boodschap van de protestgroepen

Ten tweede moet een groep die overgaat tot burgerlijke ongehoorzaamheid het huidige politieke systeem accepteren en daarom geweldloos te werk gaan. Arendt ziet in geweld een revolutionair gevaar van een groep die de macht over wil nemen, terwijl burgerlijke ongehoorzaamheid enkel veranderingen zou moeten nastreven binnen het huidige systeem.

Zolang de boeren en XR geen geweld gebruiken, zouden de protesten dus beide te rechtvaardigen zijn volgens Arendt. Maar we leven in een gepolariseerde samenleving, en dat wordt versterkt door de paradoxale boodschap van beide groepen. Gezien de heftigheid van de protesten is het daarom belangrijk om te kijken of beide groepen daadwerkelijk te rechtvaardigen zijn.

Burgerlijke ongehoorzaamheid reflecteert polarisatie

In Trouw beargumenteerde ik vorig jaar dat het dystopisch is om te bedenken dat ontevreden burgers, zoals slachtoffers van het toeslagenschandaal, zich laten inspireren door de boeren. Dit lijkt toch gebeurd te zijn. Nadat de blokkeerfriezen in 2017 een snelweg blokkeerden, behoren snelwegblokkades bij de vaste protestmethodes van verschillende groepen, waaronder XR.

Het groeiend aantal snelwegblokkades versterkt nauwelijks de boodschap van de protestgroepen. Het geeft daarentegen wel de polarisatie weer in de samenleving. Het is niet uit te leggen aan snelweggebruikers dat ze de ene week uren in de file staan omdat een groep aandacht vraagt voor het gevaar van stikstofuitstoot en dat ze de andere week in de file staan vanwege verzet tegen overheidsbeleid dat deze uitstoot moet tegengaan. Op 11 maart 2023 demonstreerden boeren op het malieveld en blokkeerde XR op een steenworp afstand de A12.

De geschiedenis laat zien dat het ontkennen van wetenschap gevaarlijk is

Naast blokkades gebruikt een klein deel van de boeren geweld. Hiermee brengen ze anderen in gevaar. Die acties zijn dus niet te rechtvaardigen volgens Arendt. Toegegeven, niet alle boeren gebruiken geweld. Veel van de boeren willen enkel binnen het huidige systeem hun stem laten horen tegen het stikstofbeleid. Denk naast de boerenprotesten ook aan de enorme groei van de BBB tijdens de afgelopen Provinciale Statenverkiezingen.

Ondanks dat geweldloze boeren en XR voldoen aan de eisen van Arendt, dragen beide groepen bij aan de polarisatie van onze samenleving. Om deze polarisatie tegen te gaan is het belangrijk dat binnen het publieke debat over thema’s als de stikstofcrisis dezelfde feiten worden aanvaard.

Het belang van gemeenschappelijk geaccepteerde feiten

Wanneer we kijken naar de verschillen tussen de protesterende boeren en XR is het al snel duidelijk dat beide groepen verschillende bronnen gebruiken. De boeren, maar ook politieke partijen als de BBB, CDA, VVD en SGP leverden afgelopen jaren kritiek op de wetenschappelijke uitkomsten over stikstofuitstoot van het RIVM.

Volgens velen van hen kloppen de cijfers van het RIVM niet. Zo kwam belangenbehartiger voor de veehouderij ‘het Mesdagfonds’ met alternatieve berekeningen die de cijfers van het RIVM moesten weerleggen. Niet veel later moest dit fonds toegeven dat de cijfers van het RIVM toch wel deugden.

Het stikstofprobleem wordt door 73 procent van de boeren ontkend

Desondanks is het kwaad al geschied. Het stikstofprobleem wordt door 73 procent van de boeren ontkend. Onder jonge boeren is dit percentage zelfs nog hoger. Van de boeren jonger dan 40 jaar denkt 81,5 procent dat het stikstofprobleem een niet-bestaand probleem is.

Boeren verzetten zich dus niet alleen tegen overheidsbeleid. Ze wantrouwen en verzetten zich tegen wetenschappelijke feiten waaruit overheidsbeleid voortkomt. Aan de andere kant draagt XR een wetenschappelijk onderbouwde boodschap uit. Zij verzetten zich met hun protesten tegen klimaatverandering en verlies van biodiversiteit. In plaats van wetenschap als vijand te zien, laat XR zich leiden door wetenschappelijk onderbouwden argumenten die hen terecht zorgen baren.

Zo bezetten vijftien mensen van XR in februari het provinciehuis van Noord-Holland na het uitkomen van een RIVM-rapport dat bevestigde dat Tata Steel de grootste oorzaak is van kankerverwekkende stoffen in de provincie. Het is daarnaast tekenend dat bij de snelwegblokkade van 11 maart biologische boeren juist meeliepen met XR omdat zij de zorgen over de toekomst van de planeet delen.

Het gevaar van pseudowetenschappen

Als we kijken naar de argumentatie van beide groepen is er een duidelijk onderscheid. De boeren baseren hun acties op een onwetenschappelijk onderbuikgevoel. XR draagt daarentegen een wetenschappelijk onderbouwde boodschap uit. Dit onderscheid helpt om de vraag te beantwoorden wanneer verzet tegen de overheid veroordeeld moet worden.

De strijd tegen wantrouwen in wetenschap is zo oud als de wetenschap zelf. Het is van fundamenteel belang dat groepen die wetenschappelijke feiten ontkennen moreel worden veroordeeld. De geschiedenis laat namelijk zien dat het ontkennen van wetenschap gevaarlijk is.

Wetenschap hoeft niet op een onaantastbaar podium te worden gezet

Dit zien we bijvoorbeeld in gebieden met een lage vaccinatiegraad waar ziektes als COVID, maar ook de mazelen, hard toeslaan. Ook binnen het klimaatdebat is het belangrijk dat wetenschappelijke feiten worden omarmd aangezien de opwarming van de aarde tot steeds meer serieuze problemen leidt.

In plaats van het veroordelen van acties van groepen die een onwetenschappelijke boodschap uitdragen, geven we deze boeren in Nederland een podium. De afgelopen verkiezingen laten, met de overwinning van de BBB, zien dat een groot deel in Nederland deze onwetenschappelijke groep liever een steuntje in de rug geeft dan dat ze die moreel veroordelen.

Onwetenschappelijke argumenten maken verzet onrechtvaardig

De eisen van Arendt zijn dus niet genoeg om een onderscheid te maken tussen protesterende groepen die wel en niet veroordeeld moeten worden. In het publieke debat moeten wetenschappelijke feiten worden geaccepteerd om polarisatie te voorkomen.

Hiermee hoeft wetenschap niet op een onaantastbaar podium te worden gezet. Wetenschap kan op allerlei manieren worden bevraagd. Zo onderzoekt de wetenschapsfilosofie wanneer we iets wel en niet wetenschappelijk kunnen noemen. Ook het publieke debat is een plek waar, op basis van argumenten, de macht van wetenschap bediscussieerd kan worden. Desondanks moeten we collectieve ongehoorzaamheid tegen de overheid moreel veroordelen als daarbij wetenschappelijke feiten ontkend worden.

Bas Keemink is afgestudeerd in de filosofie aan Tilburg University.


Verder lezen

Arendt, H. (1972). The Crises of the Republic. Boston: Houghton Mifflin.

Rawls, John, (1971), A Theory of Justice, Cambridge, MA: Harvard University Press.


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend