Door Astrid Vellinga (Psychiater bij Mentrum)

“Wat heeft je de afgelopen jaren nu het meest geholpen?” Deze vraag stel ik als psychiater met enige regelmaat aan cliënten als ze zijn hersteld. “Tja, eigenlijk kan ik niet iets specifieks noemen,” hoor ik dan, “maar dat jullie er altijd voor me waren, dat heeft me uiteindelijk toch het meest geholpen.”

Op de hoogte blijven? Volg ons op Twitter, Facebook en Instagram.

De herstelbeweging

Dit antwoord sluit naadloos aan bij het herstelgedachtengoed. De Amerikaanse psycholoog en grondlegger van de herstelbeweging William Anthony definieert herstel (recovery) als “een individueel proces gericht op het hervinden van de persoonlijke identiteit en het hernemen van de regie op het leven.” Herstel is in de afgelopen decennia een steeds belangrijker concept geworden in de zorg voor mensen met een ernstige psychiatrische aandoening.

Herstel is geen uitkomst maar een proces. In dit proces zijn vier verschillende fases te onderscheiden: (1) overweldigd worden door je aandoening, (2) worstelen met je aandoening, (3) leven met je aandoening, en (4) leven voorbij je aandoening.

Herstel is geen uitkomst maar een proces

Verder zijn er thema’s die cliënten veelal beschrijven als belangrijk voor persoonlijk herstel. Deze zijn samengevat in het acroniem CHIME: connectedness (verbondenheid), hope (hoop), identity (identiteit), meaning (betekenis), en empowerment (in je kracht gezet worden). Hoewel dit algemene thema’s zijn, wordt benadrukt dat herstel een individueel persoonlijk proces is, dat voor iedereen op een andere manier kan verlopen.

Het herstelgedachtengoed is ontstaan vanuit de cliëntenbeweging. Cliënten vonden dat er in de geestelijke gezondheidszorg te veel nadruk lag op symptoombestrijding en te weinig oog was voor de manier waarop mensen met psychiatrische aandoeningen proberen met hun aandoening nieuwe betekenis aan hun leven te geven.

Dit artikel is onderdeel van een serie over de ggz.
Alle artikelen in deze serie:
1. Aankondiging (redactie)
2. We moeten af van labels in de psychiatrie (Ewout Kattouw)
3. Stel relaties centraal in de ggz (Derek Strijbos)
4. ‘Een paar jaar terug werd ik nog een antipsychiater genoemd’ (Jim van Os)
5. Goed herstellen: samen op pad! (Astrid Vellinga)
6. Gebruik ervaringskennis om de ggz menselijker te maken (Heleen Wadman)
7. Zo schaf je de isoleercel af (Sylvia Gerritsen, Laura van Melle en Yolande Voskes)
8. Morele vragen bij een cactusstekje: Ethiek in de forensische psychiatrie (Swanny Kremer)
9. Je bent wat je hebt? (Sofia Jeppsson)
10. Empathie voor wie? (Daphne Brandenburg)

Daarnaast ontstond het besef dat mensen met psychiatrische aandoeningen wel degelijk herstelden. Lang werd aangenomen dat psychiatrische aandoeningen het mensen onmogelijk maken om binnen de maatschappij te functioneren. Geleidelijk kwam er meer belangstelling voor hoe mensen zelf hun herstel beschreven en welke factoren zij daarin van belang achten. De medische zorg werd daarbij lang niet altijd als een positieve factor beschreven. Sterker nog, ze werd eerder als hinderend voor herstel beschreven.

Medisch versus persoonlijk herstel

Je zou kunnen verwachten dat medisch herstel en persoonlijk herstel hand in hand gaan. Stel dat iemand veel klachten ondervindt van een ernstige depressie. Dan lijkt het een logisch om aan te nemen dat een succesvolle bestrijding van de symptomen van de depressie ook het herstel op andere gebieden in het leven mogelijk maakt.

Hoewel dit voor veel mensen opgaat, zijn er toch ook mensen die merken dat de symptomen weliswaar verminderen, maar dat zij persoonlijk niet hersteld zijn. Iemand kan geen last hebben van de symptomen van manische depressiviteit, maar toch niet de moed hebben om werk op te pakken. Aan de andere kant zijn er ook mensen die wel symptomen ervaren, maar toch hersteld zijn op persoonlijk en maatschappelijk vlak. Iemand die stemmen hoort, kan bijvoorbeeld in staat zijn om te werken en relaties met anderen te onderhouden.

We moeten vanuit de zorg dus breder kijken naar hoe we mensen kunnen helpen. We moeten niet alleen inzetten op symptoombestrijding, maar moeten ook oog hebben voor andere factoren die helpen bij persoonlijk herstel.

Medisch en persoonlijk herstel gaan niet altijd hand in hand

Herstelondersteunende zorg richt zich op een zo gelijkwaardig mogelijke relatie tussen cliënt en behandelaar, waarbij gestreefd wordt naar een gemeenschappelijke taal. De behandelaar blijft daarbij gebruik maken van zijn professionele kennis, maar de ervaringskennis van zowel cliënt als behandelaar is ook van belang.

Herstel is namelijk een unieke en persoonlijke zoektocht waarbij de helpende factoren vaak een mix zijn van het leren omgaan met symptomen, het inzetten van behandelmethoden, en het inbedden van dit geheel in het persoonlijke leven. Binnen de herstelondersteunende zorg wordt er daarom veel gewerkt met ervaringsdeskundigen.

Met de ontwikkeling van herstelondersteunende zorg lijkt de zorg voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen te verbeteren. Maar het is wel noodzakelijk om nog een aantal cruciale zaken te doordenken.

Ethische dilemma’s

Omdat het herstelmodel en het medisch model nu naast elkaar gehanteerd worden, ontstaan er ethische dilemma’s. Vanuit het medisch model is het bijvoorbeeld van belang om de juiste diagnose te stellen en vervolgens de daarbij passende behandeling te starten. Vanuit het model van persoonlijk herstel moet echter worden gezocht naar een gemeenschappelijke taal om de situatie van de cliënt te begrijpen. Sommige mensen worden geholpen met het horen van een diagnose, maar andere mensen ervaren een diagnose als stigmatiserend of herkennen zich er niet in.

De ervaringskennis van de cliënt is van belang

Een vergelijkbaar probleem ontstaat bij het toepassen van verplichte zorg. Soms worden mensen dusdanig overweldigd door hun aandoening dat zij een gevaar voor zichzelf of anderen vormen. In zulke situaties is er de mogelijkheid om mensen ook tegen hun wil in een psychiatrisch ziekenhuis op te nemen of medicatie te geven. Als mensen hierop terugblikken, geven sommigen aan dat dit hun herstel positief heeft beïnvloed. Anderen geven juist aan dat het hen heeft getraumatiseerd en geschaad heeft in hun herstelproces.

Je kunt er dus niet van uitgaan dat het stellen van een diagnose of het toepassen van verplichte zorg bijdraagt aan herstel. Het is vaak een puzzel om vast te stellen hoe je moet handelen bij de cliënt die op dit moment voor je zit en geholpen wil worden. Dit is een puzzel die we samen moeten oplossen – met cliënt en behandelaar, maar ook met familie en vrienden, en andere betrokken hulpverleners.

Hierin moet volgens mij centraal staan: tijd en ruimte om samen te blijven nadenken en dingen te proberen, en moed van alle betrokkenen om soms risico’s te nemen. Verder is er ethisch bewustzijn van de behandelaar nodig om de ethische vraag naar goede zorg kritisch te blijven stellen.

Astrid Vellinga is psychiater bij FACT Oud West Mentrum en plaatsvervangend geneesheer-directeur en senior onderzoeker bij Arkin.


Verder lezen

Anthony, William A. 1993. “Recovery from mental illness: The guiding vision of the mental health service system in the 1990s.” Psychosocial Rehabilitation Journal 16: 11–23. https://doi.org/10.1037/h0095655.

Leamy, Mary, Victoria Bird, Clair Le Boutillier, Julie Williams, and Mike Slade. 2011. “Conceptual framework for personal recovery in mental health: systematic review and narrative synthesis.” The British Journal of Psychiatry 199 (6): 445–452. https://doi.org/10.1192/bjp.bp.110.083733.


Vond je dit een goed artikel? Bij Nader Inzien zet zich in voor de verspreiding van serieuze filosofische kennis en analyse. We kunnen het platform draaiende houden dankzij de inzet van vrijwillige auteurs en redacteuren en de steun van lezers zoals jij. Word daarom vriend van BNI of steun ons met een donatie.

Meer:

Volg ons op

TwitterInstagramFacebook

Op de hoogte blijven per mail?

Wanneer wil je een e-mail ontvangen?

Steun ons

Doneer Word vriend